
De D-score: Meteen inzicht in de ontwikkeling van kinderen
Hoeveel langer is een kind vergeleken met leeftijdgenoten? Of ten opzichte van een eerder moment? In een grafiek zie je dat meteen. Maar hoe zie je in één oogopslag hoe een kind zich sociaal, cognitief en motorisch ontwikkelt? Statistici Iris Eekhout en Stef van Buuren bedachten daarvoor de D-score.
Een kind groeit…
De jeugdgezondheidszorg (JGZ) meet de groei en ontwikkeling van kinderen. Als je kinderen meet, kun je vergelijken of zij ten opzichte van leeftijdgenootjes gemiddeld langer, korter of ‘gewoon’ scoren. Bovendien kun je in een grafiek zien hoe het groeit in de loop van de tijd – neemt het aantal centimeters of kilo’s toe?
… én ontwikkelt zich…
Met informatie over sociale, cognitieve en motorische ontwikkeling ligt dat ingewikkelder. Op de vraag of een kind tweewoordzinnen kan zeggen of kan lopen, is het antwoord ‘ja’ of ‘nee’. Maar wat zeggen zulke dichotome antwoorden over zijn of haar ontwikkeling in het algemeen als je ze naast elkaar legt? Want het liefst wil je niet per mijlpaal, maar over de hele linie genomen weten of het kind zich gemiddeld genomen normaal ontwikkelt, vergeleken met eerdere meetmomenten en met leeftijdgenoten.
… zoals de JGZ regelmatig vastlegt
De JGZ gebruikt het Van Wiechenschema om in kaart te brengen hoe het cognitief, sociaal en motorisch met een kind gaat. Voor kinderen tot 2 jaar oud stelt de JGZ op vaste momenten vragen waarop ja of nee kan worden geantwoord. Het is lastig om de antwoorden in één oogopslag te vergelijken met het verleden en met leeftijdgenoten.

Ook ouders houden mijlpalen bij…
En wat als een meetmoment bij het consultatiebureau eerder of later plaatsvindt? Dan klopt de vergelijking met gemiddelde kinderen op precies die leeftijd niet meer. Daarnaast vinden ouders het leuk om de ontwikkeling van hun kind te volgen en willen die informatie vaak digitaal delen. Flexibeler verzamelen van data betekent dat een ander vergelijkingsinstrument nodig is.
… dus hoe zorg je voor een goede vergelijking?
Twee statistici bij TNO, Iris Eekhout en Stef van Buuren, bedachten een oplossing: De D-score (Developmental score). Een schaal op basis van de 57 Van Wiechenmijlpalen over verschillende domeinen, waarvan de antwoorden gecombineerd worden tot één score voor ontwikkeling. Ze baseerden de D-score op het in de jaren zestig ontwikkelde Raschmodel.
De D-score is handig voor de JGZ…
JGZ-professionals kunnen zo wél in een grafiek de ontwikkeling terugzien op sociaal, cognitief en motorisch niveau. Van Buuren: ‘De D-score is een meeteenheid, zoiets als graden Celsius om temperatuur te meten.’
…maakt internationaal vergelijken mogelijk…
Stel dat je wilt weten of het in andere landen net zo goed gaat met kinderen. In de wereld worden wel 150 verschillende tests gebruikt om de ontwikkeling in kaart te brengen. Dat wordt appels met peren vergelijken!
Ook hier biedt de D-score uitkomst. Bij 20 tests hebben Van Buuren en Eekhout onderzocht dat omrekenen naar de D-score leidt tot betrouwbare vergelijkingen. Eekhout: ‘Nu kunnen we internationaal vergelijken of kinderen voor- of achterlopen. Dat kan helpen als je bijvoorbeeld keuzes moeten maken voor ontwikkelingshulp.’ Van Buuren: ‘Of bij het beoordelen of het met kinderen in een land beter gaat als je een interventie inzet.’
…biedt uitkomst bij meta-analyses…
Daarnaast is de D-score handig voor analyses waarin je verschillende onderzoeken met elkaar vergelijkt, een zogeheten meta-analyse. Eekhout: ‘Onderzoekers gebruiken vaak verschillende meetinstrumenten. Nu kun je de uitkomsten omrekenen naar de D-score en zo toch kijken naar overeenkomsten en verschillen.’
… of om te beoordelen welke vragen het best werken
Van Buuren: ‘Je kunt de D-score zelfs gebruiken om te ontdekken welke vragen de algemene ontwikkeling het best in kaart brengen. Vragen die weinig toevoegen, kun je dan uit de vragenlijst laten. Je zou de D-score nog verder kunnen verfijnen met digitaal adaptieve vragen. Bij het antwoord ‘ja’ op de vraag of het kind kan lopen, volgt bijvoorbeeld een specifiekere vervolgvraag of het dan ook kan springen.’
In Nederland experimenteert de JGZ met de D-score…
Momenteel werken bij wijze van proef twee JGZ-instellingen met de D-score. Van Buuren: ‘De ambitie is dat alle JGZ’s in Nederland het dagelijks gebruiken. Daarvoor hoeven professionals niets nieuws te doen. Als ze de gegevens invoeren, verschijnt via de digitale koppeling tussen het kinddossier en onze rekentool JAMES automatisch en direct een ontwikkelingsdiagram op het computerscherm.’
… internationale interesse is al gewekt…
Internationaal is al belangstelling voor de D-score. Eekhout: ‘In een project van de WHO (Wereldgezondheidsorganisatie) hebben onder meer de universiteit van Harvard en TNO een meetinstrument ontwikkelt met de D-score als meeteenheid. Daarnaast zijn er ambities om de D-score verder te ontwikkelen voor kinderen tot 6 jaar.’
… en meer mogelijkheden liggen in het verschiet!
Van Buuren: ‘Hoe mooi zou dat zijn, een continue maat voor álle leeftijden. Dat je bijvoorbeeld de sociale ontwikkeling tijdens de puberteit kunt volgen.’ Mijmerend: ‘En hoe ontwikkel je je vergeleken met jezelf en met anderen als je 30 of 60 jaar bent?’ Kortom, de D-score maakt meten, vergelijken én dromen mogelijk.
Lees wat de D-score precies is en hoe het werkt. Je vindt hier ook de tool om de D-score te berekenen met data.