
PRIMA aanpak tegen pesten op school
Wat werkt er eigenlijk aan het antipestprogramma PRIMA op de basisschool? En wanneer werkt zo’n programma het best? Minne Fekkes, naast onderzoeker bijzonder hoogleraar sociale vaardigheden en weerbaarheid, zocht het samen met scholen uit. Fekkes: ‘Om pesten te verminderen, moet je níet alleen insteken op gedrag van kinderen.’
Er was eens… geen pestbeleid
‘Of pesten op school voorkwam, is pas in de jaren negentig van de vorige eeuw voor het eerst in Nederland onderzocht. Daarna zijn tientallen antipestprogramma’s ontwikkeld. Van de meeste kon niet bewezen worden dat ze werken tegen pesten op school, bleek in 2014. En dat terwijl een op de acht basisschoolkinderen wordt gepest! Pesten hangt samen met psychosomatische en psychosociale gezondheidsklachten.’
Daarna kwam gelukkig inzicht in pestgedrag…
‘Eerder lag de focus op gepeste kinderen weerbaarder maken en pesters sociaal gedrag aan te leren. Inmiddels weten we dat pesten een groepsprobleem is. Het is belangrijk om meelopers te leren niet mee te doen, verdedigers van gepeste kinderen te versterken in hun positieve gedrag en buitenstaanders te activeren om pestgedrag af te keuren.’
… en PRIMA, dat daarop inhaakt
‘Al deze inzichten zijn verwerkt in het antipestprogramma PRIMA. PRIMA bestond oorspronkelijk uit 3 onderdelen. Leerkrachten volgen een tweedaagse training in het lesgeven van PRIMA, kinderen vullen de Pestmeter in zodat leerkrachten weten of er in de klas wordt gepest en in acht lessen wordt in de bovenbouw op verschillende manieren aandacht besteed aan hoe kinderen kunnen reageren bij pesten.’
Maar leerkrachten gaven kritiek op PRIMA…
‘Basisscholen vonden de twee trainingsdagen voor leerkrachten te tijdrovend. Verder was de Pestmeter die leerlingen invullen anoniem. Maar leerkrachten willen juist graag weten wíe gepest wordt, pest of risico loopt gepest te worden. Daarnaast wilde het onderwijs niet alleen een bovenbouwprogramma, maar een programma gedurende de hele basisschooltijd om prosociaal gedrag te bevorderen.’
… dus onderzocht Fekkes wat anders kon…
‘Vanuit TNO zochten we met de Hogeschool van Amsterdam in literatuur of kinderen eerlijker durven te zijn als ze de Pestmeter anoniem invullen. Kinderen blijken het echter geen probleem te vinden wanneer de leerkracht weet wie de meter invult, mits de leerkracht de informatie vertrouwelijk behandelt.
Daarnaast ontwikkelden we een lessenserie die start in groep 1 en doorloopt tot en met groep 8. Elk schooljaar start met zes lessen om de groepsvorming positief te beïnvloeden en na de kerstvakantie krijgen ze er nog twee om de kennis en vaardigheden op te frissen.’
… voegde een onderdeel toe…
‘Leerkrachten geven aan dat ze het lastig vinden hoe ze moeten reageren op pestsituaties. Dus hebben we een handelingsprotocol toegevoegd, waarin ze bijvoorbeeld kunnen opzoeken hoe je het gesprek aangaat met ouders van een kind dat pest en welke stappen je kunt nemen in moeilijke situaties.’
… onderzocht wélk onderdeel precies pesten vermindert...
‘De huidige vijf onderdelen (de lessenserie, Pestmeter, training van docenten, een e-learningsmodule voor docenten en het protocol) hebben we met het onderwijs ontwikkeld, uitgeprobeerd en onderzocht op effectiviteit. Uit effectonderzoek blijkt dat in de groepen 5 tot en met 8 een kwart minder kinderen wordt gepest.
We wilden ook weten welk onderdeel precies het meest bijdraagt aan minder pesten op school. Uit ons onderzoek blijkt dat het pesten met name vermindert op scholen waar méér onderdelen van PRIMA worden uitgevoerd. Ofwel: hoe meer tijd je besteedt aan antipestbeleid, hoe minder er wordt gepest. Het nieuwe PRIMA-lespakket is zo samen met de praktijk ontwikkeld en wetenschappelijk onderbouwd.’
… of je vooral energie moet insteken op de leerkracht of de leerling...
‘Verrassend is dat pesten voor een belangrijk deel vermindert door wat de leerkracht onderneemt. Optimaal is het als hij de e-learning, de trainingsdagen én het protocol volgt. Wil je pesten terugdringen dan moet je dus niet alleen insteken op het gedrag van kinderen, maar doet het ertoe hoeveel een leerkracht weet en zich bewust is van pesten. Waarschijnlijk omdat hij het zich eigen maakt om elke dag te letten op de groepsdynamiek. Daarnaast is het versterken van positief gedrag van kinderen belangrijk.’
… en waarom scholen niet gewoon het hele programma uitvoeren
‘Nu is de vraag waarom niet elke school alle onderdelen uitvoert. Hebben ze tijd te kort, is het programma toch nog te uitgebreid, maakt het uit als het management het belang van PRIMA uitdraagt, aanjaagt en zorgt dat er genoeg tijd voor is? Daarnaar gaan we komende tijd vervolgonderzoek doen.’
Dan kan nu gekeken worden voor wie wat werkt!
‘Als we daarop de antwoorden weten en het programma verder verbeteren, zou ik graag meer inzoomen op de vraag: welk kind heeft nou vooral baat bij een antipestprogramma op school?
Kinderen met bepaalde kenmerken lopen meer risico op pesten en gepest worden. Uit eerder onderzoek weet ik bijvoorbeeld dat angstige en depressieve kinderen vaker worden gepest. Ook kinderen die huiselijk geweld meemaken hebben meer kans om te pesten of gepest te worden. Kinderen die hun emoties slecht de baas zijn, laten sneller pestgedrag zien.
Bij de strategieën die kinderen leren door het antipestprogramma, wordt geen onderscheid gemaakt tussen individuen. Ik zou het interessant om te onderzoeken wat nou helpt voor wie om pesten te verminderen.’