
Wetenschap door en met jonge burgers
Niet de onderzoeker bedenkt wat onderzocht wordt, maar de burger zelf. En die doet ook zelf mee. Dat is citizen science. Hoe kan TNO hierbij helpen en op welke manier zorg je dat je burgers zo vroeg mogelijk betrekt en onderzoekt wat voor hen relevant is? Onderzoekers Alyanne Boon en Jeroen Pronk proberen namens TNO deze vorm van burgerwetenschap meer op de kaart te krijgen. Pronk vertelt hoe.
‘Jongeren kunnen zelf helemaal hun eigen onderzoek inrichten’
Waarom citizen science?
‘We signaleren twee trends in de samenleving. Enerzijds voelen burgers zich betrokken bij transities die zich in de maatschappij nu voltrekken. Zij denken erover na, hebben een mening over hoe maatschappelijke vraagstukken aangepakt kunnen worden en willen er iets mee. Anderzijds is er veel polarisatie in de samenleving en heerst er (politieke) verdeeldheid over de huidige aanpak van die vraagstukken, met onvrede over de oplossingen tot gevolg, omdat die niet aansluiten bij wensen en behoeften.’
Is hierin investeren een taak voor TNO?
‘Als TNO zijn wij een spin-in-het-web als het gaat om het doen van onderzoek wat aansluit bij maatschappelijke vragen, hierbij hoort het burgerperspectief zeker niet te ontbreken. Verder hebben wij in de afgelopen jaren diverse sociale en technische interventies ontwikkeld die gebruikt kunnen worden om citizen science-projecten te ondersteunen. Denk aan technische innovaties zoals de (HowAmI app: Google Play of App Store) om bevindingen te visualiseren, waardoor resultaten in een oogopslag duidelijk zijn. Daarom willen we graag een impuls geven aan onderzoek vanuit vragen van burgers zelf, door burgers zelf.’
‘Als TNO hebben we geen idee wat eruit komt – dat is wennen’
Hoe hoort citizen science thuis bij Child Health?
‘Met onze afdeling Child Health willen we natuurlijk graag jeugdigen en hun ouders een stem geven. Bovendien is het belangrijk te weten welke vraagstukken volgens hen onderzocht moeten worden en hoe zij vinden dat je het best met het onderzoek en de bevindingen aan de slag gaat.’
Wat hebben jullie al gedaan op dit vlak?
‘We hebben ingezoomd op hoe jongeren als onderzoeksdeelnemer eigenlijk terugkoppeling van data en deelname willen krijgen (zie kader: Praktijkvoorbeeld). Hoe stimuleert dat hen om ook langer deel te blijven nemen aan onderzoek?
Vervolgens onderzochten we hoe we een community of lab-omgeving voor ouders en jongeren kunnen opzetten. Intussen zijn we bezig met het inrichten van een dergelijk platform, TNO Open Lab, waar mensen actief kunnen bijdragen aan onderzoek, van het agenderen van onderwerpen, tot het meedoen en uiteindelijk zelf onderzoek doen (extreme citizen science, zie kader). We testen de basis van zo’n platform uit bij jongeren tijdens een hackaton en ontwikkelen het vervolgens verder.
‘Door te innoveren met burgers krijgen we nieuwe oplossingen voor de vraagstukken waar we mee worstelen’
Is al ervaring opgedaan met burgers die volledig zelf onderzoek doen?
‘Tijdens de hackaton gaan leerlingen van een technasium zelf aan de slag, weliswaar met door ons bedachte thema’s. Hoe ze hun onderzoek vormgeven, is volledig aan hen. Vanuit TNO begeleiden we deze 50 leerlingen om in 48 uur een onderzoek op te zetten en oplossingen te vinden. De 2 beste voorstellen of onderzoeken gaan we in samenwerking proberen ook werkelijk uit te voeren. Dit geeft een impuls aan oplossingsrichtingen bij een vraagstuk vanuit het perspectief van de jongeren.
In 2024 konden ze oplossingen aandragen hoe het bevorderen van een gezonde leefstijl onder jongeren aangepakt kan worden. Zij verzamelden en analyseerden de data en pitchen vervolgens hun beste idee.’
Wat betekent dit voor het onderzoek bij TNO?
Ook voor ons is het uitzoeken hoe we citizen science kunnen stimuleren. Het is voor ons wennen dat we geen idee hebben wat eruit komt. Misschien beïnvloedt deze ervaring ook wel hoe we überhaupt als TNO onderzoek doen. Onze TNO Open Lab-community wordt wel zo ingericht dat in principe elke burger zelf onderzoek kan vormgeven. Dat is immers het uitgangspunt: de burger aan zet. We planten nu een klein zaadje en hopen dat het uitgroeit tot een boom van een project.’
Dit is citizen science
Citizen science gaat over het benutten van de mogelijkheden en machten van burgers om zelf actief een onderwerp of probleem te onderzoeken en zo passende oplossingen te vinden. Dat kan op verschillende niveaus:
Distributed intelligence research
Burgers denken mee over hoe het onderzoek kan verlopen en op welke manier onderzoekgegevens kunnen worden geïnterpreteerd. Zij leren bovendien hoe je dat doet.
Voorbeeld: Bij onderzoek waar ook TNO bij betrokken was, het Whale FM-project, beluisterden mensen audio-opnames van walvissen en hielpen die interpreteren en onderscheiden van andere geluiden (computers konden dit nog niet).
Participatory research
Burgers denken mee over een onderzoeksvraag, de manier van data verzamelen, etc. zodat de resultaten aansluiten bij hun dagelijkse praktijk.
Voorbeeld: Discussies in focusgroepen om een onderzoeksvraagstelling scherp te krijgen op oplossingen te bedenken.
Crowdsourcing science
Burgers helpen data verzamelen en verwerken.
Voorbeeld: Een review schrijven over een restaurant of Wikipedia up-to-date houden.
Extreme citizen science
Burgers initiëren onderzoek, formuleren de vraag en richten het onderzoek zelf in.
Voorbeeld: In een buurtcollectief nadenken over verduurzaming van de woning.
Praktijkvoorbeeld
In het project Citizen Science @ Healthy Living voerde TNO een pilotstudie uit op het European Union Contest for Young Scientists (EUCYS) congres. Het doel was kennisverrijking op het terrein van datafeedback naar burgers die meedoen aan onderzoek. Hoe willen jongeren feedback krijgen, wat doet dit met motivatie voor onderzoek?
Op het congres werden trampolines neergezet en matjes neergelegd voor mindfulness. Aanwezige jongeren kregen een hartslagmeter om en konden zo meten of zij zich minder gestrest voelden na inspanning of ontspanning. Vóórdat ze mindfulness deden of gingen springen, moeste ze een taakje uitvoeren waarvan ze stress kregen. Vervolgens was de vraag: “Is het voor jou belangrijk om te weten welke activiteit voor jou als individu het beste werkt of wil je liever vergelijken hoe jouw lichaam reageerde ten opzichte van anderen?” Die informatie werd realtime teruggekoppeld tijdens het uitvoeren van de activiteiten. De uitkomst? Jongeren wilden liever een gepersonaliseerde feedback dan feedback over de groep. Liefst zagen ze de gepersonaliseerde feedback nog afgezet tegen een gemiddelde score van deelnemers.
De feedback verhoogde de betrokkenheid bij en motivatie voor deelname aan onderzoek. Dit helpt TNO om terugkoppeling van data zo in te richten dat burgers iets aan de resultaten hebben en gemotiveerd blijven.
Dit zeggen jongeren zelf over citizen science:
“Jongeren denken minder ‘normaal' en kijken vanuit een ander perspectief. Dit is belangrijk om te hebben binnen elk bedrijf om over iets nieuws na te denken. Dit hoeft dan uiteindelijk niet de oplossing te worden, maar het kan wel tot iets nieuws leiden.”
“Het is belangrijk dat bij onderzoek naar jongeren er ook daadwerkelijk mensen van die leeftijdscategorie betrokken worden bij het onderzoek”