header-artikel-17-1

Beleid in beeld op meerdere gebieden


Stel dat je groen plant, meer speelplaatsen aanlegt of een treinstation in de buurt bouwt. Wat is daarvan het effect op gezondheid?

Met een simulator kunnen gemeenten berekenen tot hoeveel vermindering van geluidsoverlast of fijnstof het bijvoorbeeld zorgt als je de maximumsnelheid verlaagt. Deze simulatietool had TNO al ontwikkeld, de basis ervan ligt in het programma Urban Strategy. TNO-onderzoeker Pepijn van Empelen: ‘De tool werd vooral gebruikt door ambtenaren en wethouders van de afdeling leefomgeving. Aan de impact op de gezondheid werd simpelweg niet gedacht. Daarom hebben wij gezondheid nu geïntegreerd in de simulatietool. Met het dashboard DILaN kun je zien welk gevolgen een bepaalde aanpassing in de leefomgeving heeft voor de gezondheid van burgers in brede zin.’

Andere bril

Tijdens een proef in de gemeente Tilburg kwamen beleidsmakers uit verschillende domeinen kijken wat een aanpassing in de leefomgeving voor effecten heeft. ‘Ze keken allemaal met een andere bril naar de virtueel veranderde buurt en de berekende gevolgen daarvan’, vertelt Van Empelen. ‘Wat betekenen besluiten over groen voor de gezondheidsproblematiek, veiligheid, hittestress – al die doelstellingen komen samen op het dashboard. De diversiteit aan invalshoeken die zo in beeld is gebracht, helpt beleidsmakers meer integrale besluiten nemen.’

Dezelfde gezinnen

Data over de verschillende thema’s die spelen in een stad of dorp, zijn er vaak wel. ‘Alleen staan die dikwijls op verschillende plekken. Wat zonde is, want bij huishoudens met energiearmoede en gezinnen met gezondheidsproblemen gaat het bijvoorbeeld vaak om precies dezelfde inwoners. Het is dus een gemiste kans en misschien ook wel niet helemaal goed besteed gemeentegeld als elke afdeling een eigen strategie inzet om burgers te ondersteunen.’

‘Zo kun je een speciale behandeling optuigen voor mensen met luchtwegklachten, maar misschien hetzelfde bereiken als je de schimmel in huizen van een specifieke wijk aanpakt.’ Hetzelfde gaat op voor de aanpak van obesitas. ‘Je kunt campagnes voeren en gezondheidscentra oprichten met informatie over een gezonde leefstijl. Maar je kunt ook de directe omgeving zo inrichten dat bewegen, elkaar ontmoeten en stressreductie worden gestimuleerd. Of je doet het allemaal: wat levert dat op?’

Na de tests in Nederland met het dashboard DILaN is intussen een Europees project gestart met als focus participatie van kwetsbare burgers en een integrale kijk op de leefomgeving. Daarnaast maken we gebruik van een systeem-dynamisch model dat inzicht biedt in hoe factoren elkaar kunnen versterken of juist afzwakken. ‘Zo’n model helpt complexe problemen beter begrijpen’, legt Van Empelen uit. ‘Bij obesitas gaat het bijvoorbeeld niet alleen over wat kinderen en hun ouders zelf doen rond voeding en bewegen, ook economische, sociaal-culturele, omgevings- en politieke factoren spelen een rol. Je hebt dus inzicht nodig in hoe factoren samenhangen en elkaar beïnvloeden én hoe het systeem op meerdere manieren zou kunnen veranderen.’